Factoren die bijdragen aan de kracht van Taekwon-Do technieken zijn:
1. Snelheid (Sokdo)
Snelheid is de belangrijkste factor voor het verhogen van kracht in een techniek. De wetenschappelijke formule is P=1/2 MV²(kwadraat), hetgeen betekent dat de kracht (P) gelijk is aan een half keer de massa (M) keer de snelheid (V) in het kwadraat. Dat betekent dat als een techniek twee keer zo snel wordt uitgevoerd, dat de kracht vier keer zo groot wordt.
Een neerwaartse beweging wordt versneld doordat de zwaartekracht meewerkt. Vandaar dat de ‘sine-wave’ zo belangrijk is in Taekwon-Do. Ook de andere elementen: tegenkracht, adem beheersing, concentratie en ontspanning van de spieren dragen bij aan de snelheid van een techniek.
2. Massa (Zilyang)
Hoe meer massa achter de techniek zit, hoe sterker deze wordt. In Taekwon-Do wordt bij het uitvoeren van een techniek de massa vergroot door:
a – Het indraaien van de heup. De grote buikspieren worden gedraaid om extra momentum te geven aan de beweging.
b – De ‘sine-wave’. Voor deze beweging wordt de heup bij aanzet van de techniek iets omhoog gebracht zodat op het moment van raken het lichaamsgewicht in de beweging valt.
3. Tegenkracht (Bandong Ryok)
Elke kracht roept een even sterke tegengestelde kracht op. Dit principe kan op twee manieren worden gebruikt:
a – Gebruik de kracht van je tegenstander. Bijv.: Als je tegenstander met volle snelheid op je afkomt, dan is de kracht van je slag op zijn hoofd even groot als de kracht van je slag plus de kracht waarmee hij op je afkomt.
b – Gebruik van de tegenbeweging. Bijv.: Een stoot met de rechter vuist wordt krachtiger door de linker vuist gelijktijdig terug te trekken.
4. Evenwicht (Kyun Hyung)
Het lichaam is in evenwicht als het zwaartepunt zich bevindt op een rechte lijn midden tussen de twee benen als het gewicht is verdeeld over beide benen, of in het midden van de voet als het gewicht geconcentreerd is op een been. Als het lichaam in evenwicht is zal de techniek krachtiger zijn. Evenwicht is ook belangrijk om overeind te blijven indien men technieken moet incasseren.
5. Concentratie (Jip Joong)
Concentratie wil zeggen: zoveel mogelijk kracht samenbrengen op één punt op een zo kort mogelijk moment. Hoe kleiner het oppervlak van raken is, hoe groter de kracht is die daarop terecht komt. Daarom worden bijvoorbeeld vaak de zijkant hand, knokkels of vingertoppen gebruikt. Hoe korter het moment van raken en dus ook het moment waarop alle spieren zijn gespannen, des te krachtiger zal de techniek zijn.
6. Adembeheersing (Hohup Jojul)
Adembeheersing is belangrijk voor het uithoudingsvermogen en het incasseringsvermogen. Door een felle uitademing en stoppen van de adem op het moment van raken worden de spieren gespannen en komt er meer kracht in de techniek.